Vanaf volgend jaar moeten er bij verschillende huisartsenpraktijken door heel Nederland een vast tarief gaan gelden voor zorg. Een spoedbehandeling, gesprek of euthanasie: voor alles zal hetzelfde bedrag worden berekend. Per praktijk zal dat tarief verschillend zijn.

Een veel gehoorde klacht van de afgelopen jaren vanuit de kant van patiënten is dat huisartsen voor elke vorm van zorg, of het nou gaat om een bezoekje of het voorschrijven van een recept, hoge kosten in rekening brengen. Huisartsen op hun beurt klagen over de enorme bergen aan administratie waarmee zij kampen en de tijd die die administratie in beslag neemt. Tijd die ze ook zouden kunnen stoppen in patiënten. En de derde partij in de gezondheidszorg, de ziekenhuizen, zien dat patiënten te snel worden doorverwezen, terwijl zorgverzekeraars zelf een eventuele besparing van kosten altijd met open handen aangrijpen. Deze combinatie van klachten en mogelijke verbeteringen heeft er nu tot geleid dat er vanaf januari 2018 een vast tarief voor huisartsenzorg gebruikt zal worden.

Het idee van het vaste tarief van huisartsenzorg komt van verzekeringsmaatschappij Menzis, en zal gaan gelden voor 34.000 verzekerden voor 25 huisartsenpraktijken die zijn aangesloten bij keten Arts & Zorg, verspreid over heel Nederland. Volgens Menzis zorgt een dergelijk tarief ervoor dat huisartsen zelf kunnen beslissen hoe ze hun tijd gebruiken, aan welke patiënten en op welke manier. Patiënten betalen zo dus hetzelfde voor een digitaal chatgesprekje als voor iets zwaars als euthanasie. Met het nieuwe idee is Menzis de eerste verzekeraar in Nederland dat gebruik zal maken van een vast tarief om werkdruk voor huisartsen te verlichten.

Naast de vrijheid die het de huisarts oplevert moet het ervoor zorgen dat patiënten minder snel worden doorverwezen naar het ziekenhuis. Huisartsen kunnen vanwege de verlichting van de administratie volgens de theorie van Menzis namelijk meer tijd inruimen voor diepere gesprekken met de patiënten, of voor verbeterd onderzoek. Doordat er gerichter behandeld kan worden, scheelt dit ook voor de ziekenhuizen, de patiënten en uiteindelijk ook voor de zorgkosten, waarop bespaard kan worden. Die besparingen vloeien terug naar Arts & Zorg, die naast het trachten te oplossen van klachten van patiënten en huisartsen dit tarief dus ook invoert vanuit het winstoogmerk.

Het vaste tarief dat voor deze huisartsenpraktijken moet gaan gelden, wordt bepaald via een rekenmodel dat in de afgelopen jaren is ontwikkeld door Menzis, in samenwerking met de Universiteit van Tilburg. Er wordt onder meer gekeken naar de patiëntenpopulatie en de werkdruk van huisartsen. Ondanks de veelbelovende theorieën en berekeningen van Menzis en de universiteit zitten er haken en ogen aan het ´revolutionaire´ vaste huisartsentarief van Menzis. Juist vanwege het vaste tarief zou een huisarts er voor kunnen kiezen zoveel mogelijke ´korte´ behandelingen of gesprekken in te ruimen, om zo vaak het vaste tarief te kunnen opstrijken. Volgens Menzis is ook aan die theorie gedacht, en wordt er verwacht dat huisartsen ´professioneel´ met het nieuwe tarief zullen omgaan. Opvallende afwijkingen tussen huisartsenpraktijken zullen daarnaast gemonitord en indien onverklaarbaar besproken worden.